”Mensen moeten kunnen rekenen op een bus die op tijd komt en veilig is. 47% de bussen van De Lijn in West-Vlaanderen is ouder dan 15 jaar. De middelen om deze te vervangen zijn er. Nu moet er ook snel werk van gemaakt worden”, zegt Vlaams parlementslid Gianna Werbrouck. “Ook in landelijke regio’s zoals in West-Vlaanderen.”
Vorig jaar viel een bus van De Lijn stil op de treinsporen in Zedelgem. De bus bleek al 19 jaar in dienst te zijn en had al meer dan een miljoen kilometers afgelegd. “Zulke stokoude bussen laten rondrijden leidt soms dus tot echt levensgevaarlijke situaties. Soms zijn de gevolgen ook minder spectaculair, maar even goed vervelend voor de reizigers: defecte bussen zorgen voor afschaffingen en vertragingen. En ze brengen ook meer lawaai en luchtvervuiling met zich mee”, zo zegt Gianna Werbrouck, Vlaams parlementslid voor Vooruit.
Vooruit vroeg cijfers rond de staat en de leeftijd van de bussen van De Lijn op. “Bijna 7% van onze totale vloot is ouder dan 20 jaar en heeft meer dan een miljoen kilometers, en 30% is ouder dan 15 jaar en meer dan 888.000 km. In West-Vlaanderen is 47% van de busvloot van De Lijn ouder dan 15 jaar.” zo stelt Werbrouck vast.
Investeren in nieuwe elektrische bussen en aangepaste infrastructuur (stelplaatsen)
“Daarom hebben we met Vooruit bij de regeringsonderhandelingen hard gestreden voor meer investeringen in het openbaar vervoer. En met succes: de komende jaren zal er 400 miljoen geïnvesteerd worden in nieuwe elektrische bussen. De gemiddelde leeftijd van de bussen ligt nu nog op 10,2 jaar. Die zal tegen 2030 gedaald zijn naar 7 jaar”, zo concludeert Werbrouck uit de cijfers.
“We gaan de komende jaren echt grote stappen vooruit zetten. Dat gaat de reiziger ten goede komen. Het busvervoer zal veiliger, stipter en properder zijn. Maar wij willen wel dat alle provincies erop vooruit gaan. Het valt op dat de landelijke provincies West-Vlaanderen en Limburg het nu nog het slechtst bedeeld zijn qua ‘jonge bussen’ (minder dan tien jaar oud). Niet alleen zullen zij dus veel nieuwe bussen moeten krijgen, de infrastructuur moet ook mee gaan. De Lijn zal daar dus ook moeten investeren in stelplaatsen met voldoende oplaadcapaciteit. En daar blijkt nu het schoentje wel te wringen, zo vertellen ook de vakbonden ons. De huidige stelplaatsen zijn vaak niet op elektrificatie voorzien. Ze zijn vaak ook te klein. Want voor een elektrische bus is meer ruimte nodig. Voor elke bus moet er namelijk een laadpaal zijn. De afgelopen legislaturen is hier niet op ingezet. Nu moet men plots overal de stelplaatsen opnieuw inrichten, uitbreiden of nieuwe gronden aankopen. Dat gaat natuurlijk niet vanzelf en dreigt zo een rem te zetten op de modernisering van de vloot. Ik blijf dit nauwgezet opvolgen,” zo besluit Werbrouck.