
Voor het vierde jaar op rij verschenen deze maand opnieuw kleurrijke stoeltjes in het straatbeeld van onze stad. Op het eerste gezicht lijkt het om een speels en sympathiek initiatief te gaan, maar na klachten van inwoners over vandalisme en diefstal , stelde N-VA-gemeenteraadslid Vanessa Dehullu tijdens de gemeenteraad kritische vragen hierover.
“Deze stoelen duiken op niet gewenste plaatsen, worden beschadigd of verdwijnen gewoon spoorloos. Daarom wilde Vanessa weten: wat kost dit ons eigenlijk, en wat leert de stad eruit?”
Het antwoord van de bevoegd schepen Michele Hostekint liet weinig ruimte tot geruststelling. Het project kost driejaarlijks 22.000 euro (incl. btw). Elk jaar worden ongeveer 160 stoelen geplaatst. In drie jaar tijd zijn al 61 stoelen verdwenen. Over herstellingen en schade gaf de schepen geen cijfers. De plaatsing én ophaling gebeurt door de stadsdiensten, dus opnieuw op kosten van de belastingbetaler. De schepen noemde hier geen bedrag."
Vanessa Dehullu reageert scherp: “In tijden waarin elke euro telt, is het moeilijk uit te leggen aan onze inwoners dat men driejaarlijks 22.000 euro uitgeeft aan stoelen die verdwijnen of vernield worden, zonder bijsturing. Integendeel, men zet ieder jaar nog stoeltjes bij. Creatieve ingrepen in het straatbeeld kunnen zeker waardevol zijn, maar dan wel doordacht, duurzaam en met oog voor efficiëntie.”
Volgens de schepen blijft het plaatsen van de stoeltjes voorlopig ongewijzigd. Voor Dehullu is dat een gemiste kans: “Wat begon als een charmant idee, dreigt te verworden tot een jaarlijks terugkerend toonbeeld van hoe publieke middelen verdampt.”